ECLI:NL:HR:2009:BB0437
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en de kwalificatie van declaraties als facturen
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die aan de gemeente Moerdijk is opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1999. De naheffingsaanslag werd opgelegd na een controle door de Inspecteur, die de declaraties van de gemeente als facturen beschouwde waarop omzetbelasting was vermeld, in strijd met artikel 37 van de Wet op de omzetbelasting 1968.
Na bezwaar van de gemeente heeft het Hof de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de naheffingsaanslag en de boetebeschikking opgeheven. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld, waarbij de gemeente een verweerschrift indiende en incidenteel beroep in cassatie instelde. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de declaraties van de gemeente niet voldoen aan de eisen van een factuur zoals bedoeld in de wet.
De Hoge Raad oordeelt dat de declaraties geen melding maken van specifieke bedragen aan omzetbelasting en dat zij enkel betrekking hebben op kostencompensaties tussen publiekrechtelijke lichamen. Hierdoor is de gemeente niet omzetbelasting verschuldigd, en het Hof heeft terecht geoordeeld dat de naheffingsaanslag niet gerechtvaardigd is. De Hoge Raad verklaart beide beroepen in cassatie ongegrond en veroordeelt de Staatssecretaris in de proceskosten van de gemeente, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.