ECLI:NL:HR:2008:BG6789
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- W.M.E. Thomassen
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake schadevergoeding van € 50.000
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 7 maart 2007 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1943, had beroep ingesteld tegen de beslissing van het hof. De advocaat van de verdachte, mr. A.H. Westendorp, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad, onder leiding van vice-president F.H. Koster, heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen, wat betekent dat de beslissing van het Gerechtshof in stand blijft. Het arrest is uitgesproken op 16 december 2008.