ECLI:NL:HR:2008:BG4264
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Overschrijding van de redelijke termijn in jeugddetentiezaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2008 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een verdachte die in 1987 is geboren en ten tijde van de aanzegging gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Breda, locatie de Boschpoort'. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. E.H.C.K. Reijans, advocaat te Echt. De Advocaat-Generaal Schipper heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde jeugddetentie, deze is verminderd tot veertien maanden. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden, aangezien er meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dit heeft geleid tot de beslissing om de aan de verdachte opgelegde jeugddetentie van 15 maanden te verminderen. De Hoge Raad heeft verder geoordeeld dat het middel niet tot cassatie kan leiden en dat er geen andere gronden zijn voor vernietiging van de bestreden uitspraak. De uitspraak is gedaan door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.