ECLI:NL:HR:2008:BG4182
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Herstel van niet-ontvankelijkheid in cassatie door administratieve vergissing
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2008 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep vanwege het niet indienen van middelen, als gevolg van een administratieve vergissing waarbij de raadsman geen afschrift van de aanzegging had ontvangen. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien de ernst van de juridische gevolgen van deze vergissing, het noodzakelijk is om de eerdere uitspraak te herstellen. De verdachte heeft na een nieuwe aanzegging tijdig een schriftuur met een middel van cassatie ingediend, waardoor hij alsnog in zijn beroep wordt ontvangen. De Hoge Raad constateert dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep is overschreden, maar verbindt hieraan geen rechtsgevolg. Het beroep wordt uiteindelijk verworpen, maar de Hoge Raad verklaart de verdachte alsnog ontvankelijk in zijn beroep. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige communicatie in het strafproces en de gevolgen van administratieve fouten voor de rechtspositie van de verdachte.