ECLI:NL:HR:2008:BG4004
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen Gasunie en grondeigenaren over de uitleg van algemene voorwaarden betreffende de aanleg en instandhouding van leidingen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de N.V. Nederlandse Gasunie en grondeigenaren over de uitleg van algemene voorwaarden die betrekking hebben op de aanleg en instandhouding van leidingen. De grondeigenaren, aangeduid als [eiser] c.s., hebben Gasunie gedagvaard voor de rechtbank Groningen op 1 juni 2005. Zij vorderden een verklaring voor recht dat de weigering van Gasunie om hen schadeloos te stellen onrechtmatig was, met een veroordeling tot betaling van € 2.500,-- voor buitengerechtelijke kosten. De rechtbank heeft op 1 maart 2006 de vordering van [eiser] c.s. afgewezen. Hierop hebben zij hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 6 juni 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd.
Tegen dit arrest hebben [eiser] c.s. cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft op 19 december 2008 het beroep verworpen en [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.