ECLI:NL:HR:2008:BG3827
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over huurachterstand en waterschade
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [eiser] en Woningstichting Haag Wonen. De zaak is ontstaan na een huurachterstand die door de huurder, [eiser], werd ingeroepen na een opschorting van de huurverplichting vanwege waterschade aan de gehuurde woning. Haag Wonen heeft op 14 januari 2004 [eiser] gedagvaard voor de kantonrechter te 's-Gravenhage, met als doel de ontbinding van de huurovereenkomst, betaling van de achterstallige huur en ontruiming van de woning. In reactie hierop heeft [eiser] de vordering bestreden en in reconventie een schadevergoeding van € 3.365,-- geëist voor de waterschade die hij in 2002 had geleden.
De kantonrechter heeft op 2 november 2004 geoordeeld dat [eiser] een bedrag van € 224,12 aan vervallen rente en incassokosten moest betalen, vermeerderd met wettelijke rente over een bedrag van € 1.868,53 vanaf 14 januari 2004. De overige vorderingen van zowel Haag Wonen als [eiser] zijn afgewezen. [Eiser] heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, waar hij ook huurverlaging heeft gevorderd. Het hof heeft op 26 januari 2007 het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en de vorderingen van [eiser] afgewezen.
Tegen dit arrest heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft op 19 december 2008 het beroep in cassatie verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie voor rekening van [eiser] zijn gekomen. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper was dat het beroep moest worden verworpen, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, konden niet leiden tot cassatie, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.