ECLI:NL:HR:2008:BG1817
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van beschikking tot verlening van voorlopige machtiging in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 december 2008 uitspraak gedaan over de verlening van een voorlopige machtiging op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam had op 8 juli 2008 een verzoek ingediend bij de rechtbank om het verblijf van betrokkene in BAVO Europoort te Rotterdam te verlengen. De rechtbank verleende op 25 juli 2008 de verzochte machtiging, maar betrokkene ging in cassatie tegen deze beschikking. De advocaat van betrokkene voerde aan dat de open afdeling waar betrokkene verbleef, niet als psychiatrisch ziekenhuis kon worden aangemerkt volgens de Wet Bopz.
De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte de machtiging had verleend, aangezien de locatie waar betrokkene verbleef niet voldeed aan de wettelijke definitie van een psychiatrisch ziekenhuis. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank en verwees de zaak terug naar de rechtbank te Rotterdam voor verdere behandeling. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de Wet Bopz en de noodzaak dat de verblijfplaats van betrokkene aan de wettelijke eisen voldoet voor het verlenen van een machtiging.
De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden verduidelijkt waaronder een voorlopige machtiging kan worden verleend en de rol van de rechtbank in dergelijke procedures onderstreept. De uitspraak biedt ook inzicht in de bescherming van de rechten van betrokkene in het kader van gedwongen opname in een psychiatrische setting.