ECLI:NL:HR:2008:BF7415
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Verlies van het Nederlanderschap door Surinaamse nationaliteit en medenaturalisatie
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 11 december 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage. Hij verzocht de rechtbank vast te stellen dat hij, primair sedert 17 mei 1983 dan wel subsidiair sedert 1 januari 1985, over de Nederlandse nationaliteit beschikt. De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Justitie, heeft het verzoek afgewezen. De rechtbank heeft op 13 september 2007 de afwijzing van het verzoek bevestigd. Hierop heeft verzoeker beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen, en de Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Op 28 november 2008 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. De beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.