ECLI:NL:HR:2008:BF5529
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof te 's-Gravenhage in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gewezen op 8 december 2006. De Hoge Raad heeft op 16 december 2008 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 07/10653. De cassatie is ingesteld door zowel de Advocaat-Generaal bij het Hof als de verdachte, vertegenwoordigd door mr. P.H. Ruys, advocaat te Rotterdam. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de beroepen zal verwerpen.
De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad geoordeeld dat er geen gronden zijn voor cassatie en dat de bestreden uitspraak niet ambtshalve vernietigd hoeft te worden. De beroepen zijn verworpen, wat betekent dat het arrest van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de vice-president A.J.A. van Dorst en raadsheer J.P. Balkema, en is uitgesproken in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.