ECLI:NL:HR:2008:BF3921
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van niet te goeder trouw ontstaan van schulden
In deze zaak heeft de verzoeker, aangeduid als betrokkene, op 21 augustus 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Maastricht met het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft dit verzoek op 12 december 2007 afgewezen. Hierop heeft betrokkene hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Na een mondelinge behandeling heeft het hof op 19 februari 2008 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, maar met wijziging van gronden. Betrokkene heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman was om het beroep te verwerpen.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 21 november 2008 geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad het beroep van betrokkene verwerpt.
De uitspraak is gedaan door de raadsheren A. Hammerstein (voorzitter), O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels, en is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann. De zaak betreft civiel recht en insolventierecht, en de afwijzing van het verzoek is gebaseerd op het niet te goeder trouw ontstaan van schulden.