ECLI:NL:HR:2008:BF3921

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00888
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van niet te goeder trouw ontstaan van schulden

In deze zaak heeft de verzoeker, aangeduid als betrokkene, op 21 augustus 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Maastricht met het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft dit verzoek op 12 december 2007 afgewezen. Hierop heeft betrokkene hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Na een mondelinge behandeling heeft het hof op 19 februari 2008 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, maar met wijziging van gronden. Betrokkene heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman was om het beroep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 21 november 2008 geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad het beroep van betrokkene verwerpt.

De uitspraak is gedaan door de raadsheren A. Hammerstein (voorzitter), O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels, en is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann. De zaak betreft civiel recht en insolventierecht, en de afwijzing van het verzoek is gebaseerd op het niet te goeder trouw ontstaan van schulden.

Uitspraak

21 november 2008
Eerste Kamer
08/00888
RM/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. M.A. Koot.
Verzoeker tot cassatie zal hierna worden aangeduid als betrokkene.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 21 augustus 2007 ter griffie van de rechtbank Maastricht ingediend verzoekschrift heeft betrokkene zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, ten aanzien van hem de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken.
De rechtbank heeft bij vonnis van 12 december 2007 het verzoek afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft betrokkene hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Na mondelinge behandeling van de zaak heeft het hof bij arrest van 19 februari 2008 het vonnis waarvan beroep, met wijziging van gronden, bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 21 november 2008.