ECLI:NL:HR:2008:BF3769

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01712/07
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.W. Ilsink
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, gedateerd 14 november 2006, in de strafzaak tegen een verdachte geboren in 1975. De verdachte heeft beroep ingesteld, vertegenwoordigd door mr. J. Michels, advocaat te Amersfoort. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, welke zijn gehecht aan het arrest. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 RO, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en het arrest is uitgesproken op 11 november 2008 door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

11 november 2008
Strafkamer
Nr. S01712/07
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 14 november 2006, nummer 21/005589-05, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Michels, advocaat te Amersfoort, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 11 november 2008.