ECLI:NL:HR:2008:BF2278

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01956
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlies van het Nederlanderschap door Surinaamse nationaliteit ingevolge de Toescheidingsovereenkomst

In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 19 oktober 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank 's-Gravenhage. Hij verzocht de rechtbank vast te stellen dat hij de Nederlandse nationaliteit bezit. De Staat der Nederlanden heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 6 maart 2008 de aanvraag van verzoeker afgewezen. Tegen deze beschikking heeft verzoeker beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 26 september 2008 de beschikking gegeven, waarbij het beroep van verzoeker werd verworpen. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

26 september 2008
Eerste Kamer
08/01956
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. M.G. Evers,
t e g e n
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
zetelende te 's-Gravenhage,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en de Staat.
1. Het geding in feitelijke instantie
Met een op 19 oktober 2007 ter griffie van de rechtbank 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift heeft [verzoeker] zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, vast te stellen dat hij de Nederlandse nationaliteit bezit.
De Staat heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft bij beschikking van 6 maart 2008 het verzoek afgewezen.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 26 september 2008.