ECLI:NL:HR:2008:BF2278
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verlies van het Nederlanderschap door Surinaamse nationaliteit ingevolge de Toescheidingsovereenkomst
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 19 oktober 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank 's-Gravenhage. Hij verzocht de rechtbank vast te stellen dat hij de Nederlandse nationaliteit bezit. De Staat der Nederlanden heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 6 maart 2008 de aanvraag van verzoeker afgewezen. Tegen deze beschikking heeft verzoeker beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 26 september 2008 de beschikking gegeven, waarbij het beroep van verzoeker werd verworpen. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.