ECLI:NL:HR:2008:BF1235
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake bewijsklachten en strafoplegging
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 20 juni 2007 is gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1978 en ten tijde van de betekening gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Zuid Oost' te Roermond. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.C.J. Lina uit Venlo, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de argumenten van de verdachte niet overtuigend genoeg achtte om het eerdere oordeel van het Gerechtshof te herzien.
Op 16 december 2008 heeft de Hoge Raad het arrest gewezen, waarbij de president G.J.M. Corstens als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen, waarmee het eerdere oordeel van het Gerechtshof in stand blijft.