ECLI:NL:HR:2008:BF1179
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over toerekenbare tekortkoming en onrechtmatige daad door Dexia
In deze zaak heeft [eiser] Dexia Bank Nederland N.V. gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam op 14 januari 2005. Hij vorderde een verklaring voor recht dat Dexia toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, dan wel onrechtmatig heeft gehandeld, en verzocht om een schadevergoeding, nader op te maken bij staat. De rechtbank heeft op 8 maart 2006 de vordering afgewezen. Hierop heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 24 mei 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft [eiser] cassatie ingesteld. Dexia heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is behandeld met inbreng van de advocaten van beide partijen. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 31 oktober 2008 het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.