ECLI:NL:HR:2008:BE9093
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van niet te goeder trouw ontstaan van schulden
In deze zaak hebben verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoekster 2], beiden wonende te [woonplaats], op eigen verzoek faillissement aangevraagd, wat op 22 maart 2006 door de rechtbank Almelo is toegewezen. Op 16 oktober 2006 hebben zij verzocht om het faillissement op te heffen en gelijktijdig de wettelijke schuldsaneringsregeling toe te passen. De rechtbank heeft dit verzoek op 2 januari 2007 afgewezen. Hierop hebben verzoekers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 5 maart 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Verzoekers hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest. Tijdens de procedure heeft de advocaat van verzoekster 2 op 19 maart 2008 het cassatieberoep voor haar ingetrokken, omdat zij op 13 februari 2008 is overleden.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en het arrest is op 17 oktober 2008 openbaar uitgesproken door de raadsheren A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser en E.J. Numann.