ECLI:NL:HR:2008:BD6390
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Verliesverrekening bij belangrijke wijziging van belang in vennootschap
In deze zaak gaat het om de vraag of artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in de weg staat aan de verrekening van verliezen uit voorafgaande jaren met de winst die is behaald in het jaar van een belangrijke wijziging van het uiteindelijke belang in een vennootschap. De belanghebbende, X B.V., had voor het jaar 2002 een aanslag in de vennootschapsbelasting ontvangen, die na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Hiertegen is beroep ingesteld bij de Rechtbank, die het beroep ongegrond verklaarde. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat de tekst van artikel 20a, lid 1, van de Wet bepaalt dat verliezen van voorafgaande jaren niet meer voorwaarts verrekenbaar zijn indien het uiteindelijke belang in de belastingplichtige in belangrijke mate is gewijzigd. Dit betekent dat de verliezen van belanghebbende, die in de jaren tot en met 2001 zijn geleden, niet meer kunnen worden verrekend met de winst die in 2002 is behaald, het jaar waarin de aandeelhouderswijziging heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad wijst erop dat de wetgever met artikel 20a beoogde om de handel in verliesvennootschappen tegen te gaan, en dat de uitleg van de wet in overeenstemming is met het wettelijk systeem van verliesverrekening.
De Hoge Raad concludeert dat de beslissing van de Rechtbank juist is en verklaart het beroep in cassatie ongegrond. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 21 november 2008 door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken.