ECLI:NL:HR:2008:BD3941
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en inspanningen tijdens outplacementtraject
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiseres] en [verweerder] over de kennelijk onredelijke ontslag van [verweerder]. [Verweerder] was sinds 12 januari 1970 in dienst bij [eiseres] als chauffeur en werd op 15 december 2003 arbeidsongeschikt. Na zijn herstel op 1 november 2004 beëindigde [eiseres] de arbeidsovereenkomst met [verweerder] onder het voorwendsel van verval van arbeidsplaatsen. [Verweerder] vorderde in eerste instantie bij de kantonrechter te Sneek een verklaring voor recht dat zijn ontslag kennelijk onredelijk was, alsook een schadevergoeding van € 200.000,--. De kantonrechter wees deze vordering af, maar het gerechtshof te Leeuwarden vernietigde dit vonnis en oordeelde dat het ontslag kennelijk onredelijk was, waarbij [eiseres] werd veroordeeld tot betaling van € 40.000,-- aan [verweerder].
[Verweerder] ging in cassatie tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad oordeelde dat de inspanningen van [eiseres] tijdens het outplacementtraject onvoldoende waren en dat het hof onterecht had geoordeeld dat [verweerder] niet op de aangeboden banen was ingegaan. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd [verweerder] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.