ECLI:NL:HR:2008:BD1720
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake onvoorwaardelijke taakstraf
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 18 augustus 2006 is gewezen. De verdachte, geboren in 1963, had een beroep ingesteld tegen de opgelegde onvoorwaardelijke taakstraf van 30 uur. De Advocaat-Generaal, Machielse, had geconcludeerd dat de Hoge Raad het beroep zou verwerpen. De Hoge Raad heeft kennisgenomen van het schriftelijk commentaar van de raadsman op de conclusie van de Advocaat-Generaal. De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet tot cassatie kan leiden, omdat het geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de strafoplegging door het Hof naar behoren is gemotiveerd, waarbij het Hof het advies van de AG heeft gevolgd om geen onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op te leggen, gezien de kans op recidive. De Hoge Raad verwerpt het beroep en oordeelt dat er geen grond is voor vernietiging van de bestreden uitspraak. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en W.M.E. Thomassen, en is uitgesproken op 1 juli 2008.