ECLI:NL:HR:2008:BD1109
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en intracommunautaire verwerving van vee
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 24 januari 2007, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1997. De naheffingsaanslag was na bezwaar door de Inspecteur verminderd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verminderde de aanslag verder. Belanghebbende stelde vervolgens cassatie in tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad beoordeelt de klachten van belanghebbende, die onder andere betogen dat er enkel sprake was van voercontracten met betrekking tot het vee dat uit Frankrijk en België afkomstig was. Het Hof had echter geoordeeld dat belanghebbende het vee had verkregen door koopovereenkomsten met ondernemers in andere lidstaten, en dat het vee binnen het kader van die overeenkomsten naar Nederland was vervoerd. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van belanghebbende falen, omdat de oordelen van het Hof feitelijk van aard zijn en niet onbegrijpelijk. De Hoge Raad bevestigt dat de verkrijging van het vee voldoet aan de definitie van intracommunautaire verwerving zoals vastgelegd in artikel 17a, lid 1 van de Wet op de omzetbelasting 1968.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is openbaar uitgesproken op 9 mei 2008.