ECLI:NL:HR:2008:BD0434
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslagen inkomsten- en vermogensbelasting en schending van artikel 7:5 Awb
In deze zaak gaat het om navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en vermogensbelasting voor de jaren 1992 tot en met 1996 en 1993 tot en met 1997. De belanghebbende, aangeduid als X te Z, heeft bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslagen, maar deze zijn door de Inspecteur gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat het beroep ongegrond verklaarde. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad behandelt de klachten van de belanghebbende, waarbij met name wordt ingegaan op de schending van artikel 7:5, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het Hof heeft vastgesteld dat bij het horen van de belanghebbende in de bezwaarfase is afgeweken van de wettelijke vereisten, maar de Hoge Raad oordeelt dat deze klacht niet tot cassatie kan leiden. Dit komt doordat de belanghebbende niet eerder in het geding voor het Hof heeft geklaagd over deze schending, waardoor de Inspecteur niet in de gelegenheid is gesteld om zich te beroepen op de uitzonderingen die in de wet zijn opgenomen.
Daarnaast worden klachten die na de termijn voor het indienen van het beroepschrift in cassatie zijn aangevoerd, buiten behandeling gelaten. De Hoge Raad wijst erop dat deze klachten niet meer in aanmerking komen voor beoordeling. Verder wordt ambtshalve opgemerkt dat er prejudiciële vragen zijn gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over de verenigbaarheid van de navorderingstermijn met het EG-recht. De Hoge Raad besluit om de zaak aan te houden totdat hierover uitspraak is gedaan.
Uiteindelijk houdt de Hoge Raad iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan over de prejudiciële vragen. Dit arrest is uitgesproken in openbaar op 25 april 2008.