ECLI:NL:HR:2008:BC8966

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01171
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • P.C. Kop
  • O. de Savornin Lohman
  • W.D.H. Asser
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrische inrichting en gevaarscriterium voor zedendelinquenten

In deze zaak heeft de officier van justitie op 4 december 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Assen, met het verzoek om een machtiging tot voortzetting van de opname van betrokkene in een psychiatrische inrichting voor een periode van een jaar. Betrokkene heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 13 december 2007 de machtiging verleend tot en met 14 juni 2008. Betrokkene heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking. De officier van justitie is niet verschenen tijdens de cassatieprocedure. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen. De beschikking is openbaar uitgesproken op 23 mei 2008 door de raadsheer A. Hammerstein, na behandeling door de raadsheren P.C. Kop, O. de Savornin Lohman en W.D.H. Asser.

Uitspraak

23 mei 2008
Eerste Kamer
Rek.nr. 08/01171
IV/AG
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. G.E.M. Later,
t e g e n
DE OFFICIER VAN JUSTITIE,
IN HET ARRONDISSEMENT ASSEN,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 4 december 2007 ter griffie van de rechtbank Assen ingediend verzoekschrift heeft de officier van justitie zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, dat de rechtbank machtiging zal verlenen tot voortzetting van de opname van betrokkene in een psychiatrische inrichting voor een jaar.
Betrokkene heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft bij beschikking van 13 december 2007 het verzoek toegewezen met dien verstande dat de machtiging wordt verleend tot en met 14 juni 2008.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie is niet verschenen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 23 mei 2008.