ECLI:NL:HR:2008:BC8871
Hoge Raad
- Herziening
- G.J.M. Corstens
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van de beslissing tot tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 april 2008 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een beslissing tot tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis. De aanvrager, die in de Penitentiaire Inrichting 'Noord-Holland Noord, locatie Amerswiel' te Leeuwarden verbleef, had eerder door het Gerechtshof te Amsterdam een gevangenisstraf van dertien maanden opgelegd gekregen voor valsheid in geschrift en verduistering. Daarnaast was er een schadevergoedingsmaatregel opgelegd van € 91.569,95, subsidiair twaalf maanden hechtenis. De aanvrage tot herziening was gericht tegen de beslissing tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis, waarbij de aanvrager stelde dat het verleende 'verlof' onterecht was, omdat deze beslissing gebaseerd zou zijn op valse of bedrieglijke informatie over de mogelijkheid van verhaal van de schadevergoedingsverplichting.
De Hoge Raad oordeelde dat de aanvrage niet tot herziening kon leiden, omdat de beslissing tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis geen einduitspraak van een rechter is in de zin van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. De aanvrage werd daarom niet-ontvankelijk verklaard. Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren W.A.M. van Schendel en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven.