ECLI:NL:HR:2008:BC7474
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Faillissementsverklaring en cassatieprocedure inzake Eriso B.V.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 mei 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de faillissementsverklaring van Eriso B.V. De verweerster had op 11 oktober 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Utrecht om Eriso in staat van faillissement te verklaren. De rechtbank heeft dit verzoek op 21 november 2007 afgewezen. Hierop heeft de verweerster hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 20 december 2007 de beschikking van de rechtbank heeft vernietigd en Eriso in staat van faillissement heeft verklaard. Tegen deze uitspraak heeft Eriso cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in de cassatieprocedure zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van Eriso derhalve verworpen.
De uitspraak is gedaan door een samengesteld college van rechters, onder leiding van vice-president J.B. Fleers. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann. Deze zaak illustreert de toepassing van faillissementsrecht en de procedurele aspecten van cassatie in het civiele recht.