ECLI:NL:PHR:2013:BZ1058
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring en steunvordering in civiele procedure
In deze zaak gaat het om een verzoek tot faillietverklaring van [verzoeker] door [verweerster]. De rechtbank 's-Hertogenbosch had eerder het verzoek afgewezen, maar [verweerster] ging in hoger beroep. Het hof oordeelde dat er voldoende grond was voor de faillietverklaring, ondanks het verweer van [verzoeker] dat er een mondelinge overeenkomst was gesloten die de eerdere geldleningen verving. [Verzoeker] stelde dat hij zijn verplichtingen nakwam en dat er een betalingsregeling was getroffen met Synapsis, de schuldeiser. Het hof oordeelde echter dat [verzoeker] niet in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen, wat leidde tot de conclusie dat hij in een toestand verkeerde van opgehouden te betalen. De zaak werd behandeld op 1 februari 2013, en het hof deed uitspraak op 18 september 2012. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad concludeerde dat het hof de na de mondelinge behandeling ingediende stukken niet in zijn beoordeling hoefde te betrekken, omdat deze nieuwe stellingen bevatten die niet eerder waren ingediend. De conclusie van de A-G was dat het cassatieberoep van [verzoeker] niet gegrond was en dat de uitspraak van het hof in stand bleef.