ECLI:NL:HR:2008:BC6825

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03287/06
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van het onderzoek door ontbreken pleitnotities in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 mei 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die was veroordeeld voor afpersing en zware mishandeling, met een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. M.W. Stoet. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof.

De Hoge Raad constateerde dat de pleitnotities, die door de raadsvrouw van de verdachte aan het Hof waren overgelegd, ontbraken in de stukken die aan de Hoge Raad waren toegezonden. Dit gebrek maakte het onmogelijk om na te gaan of en welke verweren tijdens de terechtzitting in hoger beroep zijn gevoerd. De Hoge Raad oordeelde dat dit verzuim zozeer in strijd was met een behoorlijke procesorde, dat het nietigheid van het onderzoek en de daarop gebaseerde uitspraak met zich meebracht.

De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat de zaak opnieuw op het bestaande hoger beroep kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige procesvoering en de noodzaak dat alle relevante stukken aanwezig zijn voor een eerlijke rechtsgang.

Uitspraak

13 mei 2008
Strafkamer
nr. 03287/06
RS/RR
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 augustus 2006, nummer 23/000659-06, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Amsterdam van 2 februari 2006 - de verdachte ter zake van de eendaadse samenloop van 1. en 2 primair: "afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en zware mishandeling" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Voorts heeft het Hof de vordering van de benadeelde partij toegewezen en aan de verdachte een betalingsverplichting opgelegd, een en ander zoals in het arrest vermeld.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.W. Stoet, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
3. Beoordeling van het middel
3.1. Het middel behelst de klacht dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak nietig zijn, aangezien de door de raadsvrouwe bij die gelegenheid aan het Hof overgelegde pleitnotities zich niet bij de stukken van het geding bevinden.
3.2. Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep houdt, voor zover hier van belang in:
"De verdachte en de raadsvrouw voeren het woord tot verdediging.
De raadsvrouw doet dit aan de hand van haar pleitnotities, die door haar aan het hof worden overgelegd en die bij de stukken worden gevoegd."
3.3. De in dit proces-verbaal vermelde pleitnotities ontbreken bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken, zodat onder meer niet valt na te gaan of, en zo ja welke, verweren ter terechtzitting zijn gevoerd.
3.4. Dit verzuim strijdt zozeer met een behoorlijke procesorde dat het, nu het op grond van de door de Advocaat-Generaal ingewonnen informatie onherstelbaar is, nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt.
3.5. Het middel is terecht voorgesteld.
4. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren W.A.M. van Schendel en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 13 mei 2008.