ECLI:NL:HR:2008:BC6545
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis en motiveringseisen voor contra-expertise
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 april 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot cassatie van een betrokkene tegen een beschikking van de rechtbank Haarlem. De rechtbank had op 13 december 2007 een machtiging verleend voor voortgezet verblijf van de betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van een jaar, ingaande op 14 december 2007. De betrokkene heeft tegen deze beschikking beroep in cassatie ingesteld, waarbij de officier van justitie niet is verschenen. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beschikking en verwijzing van de zaak naar de rechtbank Haarlem.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de rechtbank het verzoek van de betrokkene om een contra-expertise, gedaan tijdens de mondelinge behandeling, zonder enige motivering heeft afgewezen. Dit verzoek was gedaan met het oog op de ingrijpende beslissing tot vrijheidsbeneming. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat een verzoek tot het verrichten van nader onderzoek door een deskundige slechts gemotiveerd kan worden afgewezen. De Hoge Raad heeft de beschikking van de rechtbank Haarlem vernietigd en de zaak ter verdere behandeling en beslissing terugverwezen naar die rechtbank.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige motivering bij beslissingen die de vrijheid van een individu aangaan, vooral in het kader van psychiatrische opnames. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de eisen voor motivering bij het afwijzen van verzoeken tot contra-expertise verduidelijkt.