ECLI:NL:HR:2008:BC5603
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van ouders voor schade door brandstichting door minderjarige kinderen
In deze zaak heeft [eiser] de ouders van minderjarige kinderen gedagvaard voor de rechtbank Leeuwarden, waarbij hij hen aansprakelijk stelde voor de schade die hij had geleden als gevolg van een brand die door hun kinderen was gesticht. De brand vond plaats in de nacht van 23 op 24 november 1996 in het veemarktcomplex in de Frieslandhal te Leeuwarden, waar [eiser] een horecaonderneming exploiteerde. De kinderen, die op dat moment jonger dan 14 jaar waren, werden later strafrechtelijk veroordeeld voor hun rol in de brand. Na de brand heeft [eiser] zijn onderneming tijdelijk voortgezet in een noodvoorziening, maar kon geen nieuwe huurovereenkomst sluiten, wat leidde tot de opheffing van zijn bedrijf per 1 juni 1997.
De rechtbank heeft de ouders in eerste instantie veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 174.150,62 wegens inkomensschade. Dit vonnis werd echter door het gerechtshof te Leeuwarden gedeeltelijk vernietigd, waarbij het hof de ouders hoofdelijk veroordeelde tot betaling van € 83.887,--. [Eiser] heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest, waarbij de Hoge Raad zich moest buigen over de vraag of de inkomensschade die [eiser] had geleden als gevolg van het niet sluiten van een nieuwe huurovereenkomst aan de ouders kon worden toegerekend.
De Hoge Raad oordeelde dat de schade die voortvloeide uit het feit dat [eiser] zijn bedrijf niet kon voortzetten, wel degelijk aan de ouders toerekenbaar was. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werden de ouders veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die op dat moment waren begroot op € 8.600,05.