ECLI:NL:HR:2008:BC2330
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor diefstal en bedreiging met geweld
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 januari 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal, gevolgd van bedreiging met geweld, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad de vlucht mogelijk te maken of het bezit van het gestolene te verzekeren. De feiten vonden plaats tussen augustus en oktober 2004, waarbij de verdachte meerdere fietsen heeft gestolen en daarbij geweld heeft gebruikt tegen de benadeelden. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof voldoende bewijs had om de verdachte te veroordelen, ondanks de argumenten van de verdediging die stelden dat de bewijsvoering inconsistent was en dat de verdachte niet de dader kon zijn. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de veroordeling van het Hof, waarbij de verdachte een gevangenisstraf van zes maanden kreeg opgelegd. De Hoge Raad oordeelde dat de tegenstrijdigheden in de bewijsvoering van ondergeschikte betekenis waren en dat het Hof niet gehouden was om de verdediging van de verdachte te volgen. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van bewijsvoering en de beoordeling van getuigenverklaringen in strafzaken verduidelijkt.