ECLI:NL:HR:2008:BC0826
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake bewijsgebruik verklaring getuige
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 16 juni 2006 is gewezen. De verdachte, geboren in 1952, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest, waarbij hij werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. L.P.H. Hameleers. De zaak betreft de vraag of de verklaring van getuige X als bewijs kon worden gebruikt, ondanks de bezwaren die in appel zijn aangevoerd. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet gehouden was om zijn oordeel over het bewijsgebruik nader te motiveren, gezien de argumenten die in appel zijn gepresenteerd. De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan. De uitspraak is gedaan door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van cassatie niet kunnen leiden tot vernietiging van de bestreden uitspraak, en dat er geen grond is voor ambtshalve vernietiging. Het beroep wordt derhalve verworpen.