ECLI:NL:HR:2008:BB8342
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Verontreinigingsheffing en gebruik bij leegstand woning
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van het Waterschap Velt en Vecht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een aanslag in de verontreinigingsheffing die aan belanghebbende, eigenaar van een woning, is opgelegd voor de periode van 27 september 2003 tot en met 31 december 2003. De woning was tot 1 oktober 2003 verhuurd en stond daarna leeg te koop. De heffingsambtenaar had de aanslag berekend op basis van drie vervuilingseenheden, maar het Hof oordeelde dat de woning bij het begin van het heffingsjaar door één persoon werd gebruikt, wat betekent dat de vervuilingswaarde op één vervuilingseenheid moest worden vastgesteld.
Het Hof heeft de aanslag verminderd en de uitspraak van de heffingsambtenaar vernietigd. Het Waterschap ging in cassatie tegen deze uitspraak. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat belanghebbende als gebruiker van de woonruimte kan worden aangemerkt en dat de woning bij het begin van het heffingsjaar door één persoon werd gebruikt. De Hoge Raad wijst erop dat de heffingsambtenaar in zijn uitspraak op bezwaar en voor het Hof geen andere gebruiker heeft aangeduid, waardoor het middel faalt.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 16 mei 2008 en is openbaar uitgesproken. Het Waterschap wordt een griffierecht van € 433 opgelegd.