ECLI:NL:HR:2008:BA0601
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting en de vrijstelling voor bouwterreinen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting is vernietigd. De belanghebbende, X V.O.F., had op 26 oktober 2001 een perceel grond verkregen, dat eerder een schoolgebouw huisvestte, welke in het voorjaar van 2001 was gesloopt. De Inspecteur had de naheffingsaanslag opgelegd, omdat hij van mening was dat de vrijstelling voor overdrachtsbelasting niet van toepassing was. Het Hof oordeelde echter dat de levering van het perceel als een aan omzetbelasting onderworpen levering van een bouwterrein moest worden beschouwd, waardoor de verkrijging vrijgesteld was van overdrachtsbelasting.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof terecht had geoordeeld dat de activiteiten na de sloop, zoals de zuivering en egalisatie van de grond, relevant waren voor de kwalificatie van het perceel als bouwterrein. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk was en dat de sloop van de opstallen niet als een bewerking in de zin van de Wet op de omzetbelasting kon worden aangemerkt. De Hoge Raad verklaarde het beroep van de Staatssecretaris ongegrond en veroordeelde hem in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen op 14 november 2008 en is van belang voor de interpretatie van de vrijstelling van overdrachtsbelasting in relatie tot de levering van bouwterreinen. De uitspraak benadrukt de noodzaak om de feitelijke omstandigheden van de levering en de daaropvolgende activiteiten in overweging te nemen bij de beoordeling van de toepasselijkheid van belastingvrijstellingen.