ECLI:NL:HR:2008:AZ6894
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Landbouwvrijstelling en uitstel van winstneming bij verkoop van agrarische grond met woonbestemming
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, X1, tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997. De Hoge Raad heeft op 25 januari 2008 uitspraak gedaan. De zaak betreft de vraag of de landbouwvrijstelling van toepassing is op de verkoop van agrarische grond die een woonbestemming heeft gekregen. Belanghebbende en zijn broer, die samen een maatschap vormden, verkochten in 1997 agrarische grond aan F B.V. De koopprijs bedroeg ƒ 5.250.000, maar de betaling was onderworpen aan voorwaarden die verband hielden met de vaststelling van het bestemmingsplan.
Na bezwaar tegen de aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, maar het Hof heeft het beroep gegrond verklaard en de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 1.760.677. Belanghebbende heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraak. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad oordeelt dat de landbouwvrijstelling niet van toepassing is op het voordeel behaald bij de verkoop van de grond, omdat de procedure tot vaststelling van het bestemmingsplan al in een vergevorderd stadium was. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd, de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 53.302 en de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten. Dit arrest bevestigt dat belanghebbende recht had op uitstel van winstneming tot de juridische levering van de grond, die in 2001 plaatsvond.