ECLI:NL:HR:2007:BB9539
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van uitspraak Hof inzake aanslag inkomstenbelasting en boetebeschikking met verwijzing
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 december 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting en een daarbij opgelegde boete aan de belanghebbende voor het jaar 1998. De belanghebbende had een aanmerkelijk belang in B N.V. en was tevens directeur en enig aandeelhouder van A B.V. De belanghebbende had zijn aandelen in B N.V. verkocht aan A B.V. voor een prijs die door de Inspecteur als te hoog werd beschouwd, wat leidde tot de aanslag en de boete. Het Hof had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, maar de uitspraak op de boetebeschikking vernietigd en de boete vastgesteld op € 23.483.
De belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten. De zaak is verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de verkoopprijs van de aandelen niet als zakelijk kon worden aangemerkt, en dat de financiële situatie van A B.V. niet voldoende was onderbouwd. De Staatssecretaris van Financiën werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de lagere rechters bij het vaststellen van de waarde van aandelen en de noodzaak om de feiten en omstandigheden rondom de verkoop goed te onderbouwen. De Hoge Raad heeft hiermee de weg geopend voor een herbeoordeling van de zaak door het Gerechtshof, waarbij de belangen van de belanghebbende opnieuw in overweging genomen zullen worden.