ECLI:NL:HR:2007:BB7191
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid inleners bij arbeidsongeval tijdens transport van boortoren
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een inlener in het kader van een arbeidsongeval dat plaatsvond tijdens het transport van een boortoren. De Hoge Raad behandelt de vraag of de inlener als materiële werkgever kan worden aangesproken voor fouten van derden waarbij de werknemer was tewerkgesteld. Dit arrest is een vervolg op een eerder arrest van de Hoge Raad van 12 november 2004, waarin het vonnis van de rechtbank te Assen werd vernietigd en de zaak werd verwezen naar het gerechtshof te Leeuwarden. De eiser, die in cassatie ging, had eerder Deutag opgeroepen om te verschijnen voor het gerechtshof, waar het hof het vonnis van de kantonrechter bekrachtigde. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de eiser niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt de eiser in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 23 november 2007.