ECLI:NL:HR:2007:BB7117
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van poging tot zware mishandeling en voorwaardelijk opzet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 december 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld voor poging tot zware mishandeling, waarbij hij op 24 juli 2005 in Alphen een schop in het middel van het slachtoffer heeft gegeven terwijl deze op de grond lag. Het Hof oordeelde dat de verdachte zich willens en wetens had blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Hof voor herbehandeling van de zaak.
De Hoge Raad heeft de bewezenverklaring van het Hof beoordeeld en vastgesteld dat het oordeel van het Hof niet blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring steunde op voldoende bewijs, waaronder verklaringen van de verdachte, het slachtoffer en getuigen. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat er geen gronden aanwezig waren voor cassatie.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde de eerdere veroordeling van de verdachte door het Hof, waarbij hij was opgelegd een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf. De zaak benadrukt de juridische beoordeling van opzet en de risico's van geweld in strafzaken.