ECLI:NL:HR:2007:BB5745
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Profijtontneming en afschrijvingskosten bij hennepteelt
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 oktober 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het beroep in cassatie was ingesteld door de betrokkene, die in deze procedure werd bijgestaan door mr. E. Meijer, advocaat te 's-Gravenhage. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, specifiek in het kader van hennepteelt. De betrokkene had verweer gevoerd met betrekking tot de afschrijvingskosten voor de inrichting van de hennepkwekerij. De centrale vraag was of het Hof bij de berekening van de in aanmerking te nemen kosten op juiste wijze de afschrijving van de gemaakte kosten had verdisconteerd. De Advocaat-Generaal Knigge had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 81 RO, waarbij werd gesteld dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad concludeerde dat er geen grond aanwezig was om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen, en verwierp daarom het beroep. Het arrest werd uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren A.J.A. van Dorst en H.A.G. Splinter-van Kan, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.