ECLI:NL:HR:2007:BB5376
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoek in cassatie tegen arrest Gerechtshof Leeuwarden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 december 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, dat op 28 maart 2006 was gewezen. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld tegen de afwijzing van een verzoek om getuigen te horen. De Advocaat-Generaal, de heer Wortel, concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de afwijzing van het getuigenverzoek niet onbegrijpelijk was, aangezien er geen adres van de getuige bekend was en er geen uitzicht bestond dat de getuige binnen een aanvaardbare termijn zou kunnen worden getraceerd en verschijnen. De verdediging had betoogd dat er wel informatie over de getuige beschikbaar was, omdat zij in Palestina was geboren, maar de Hoge Raad oordeelde dat dit niet voldoende was om het verzoek te honoreren. De Hoge Raad concludeerde dat het middel niet tot cassatie kon leiden en dat er geen grond was voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak. Het beroep werd derhalve verworpen. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, maar de Hoge Raad vond geen noodzaak tot verdere motivering van het oordeel.