ECLI:NL:HR:2007:BB5376

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
02608/06
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.P. Balkema
  • B.C. de Savornin Lohman
  • J.W. Ilsink
  • H.A.G. Splinter-van Kan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing getuigenverzoek in cassatie tegen arrest Gerechtshof Leeuwarden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 december 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, dat op 28 maart 2006 was gewezen. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld tegen de afwijzing van een verzoek om getuigen te horen. De Advocaat-Generaal, de heer Wortel, concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de afwijzing van het getuigenverzoek niet onbegrijpelijk was, aangezien er geen adres van de getuige bekend was en er geen uitzicht bestond dat de getuige binnen een aanvaardbare termijn zou kunnen worden getraceerd en verschijnen. De verdediging had betoogd dat er wel informatie over de getuige beschikbaar was, omdat zij in Palestina was geboren, maar de Hoge Raad oordeelde dat dit niet voldoende was om het verzoek te honoreren. De Hoge Raad concludeerde dat het middel niet tot cassatie kon leiden en dat er geen grond was voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak. Het beroep werd derhalve verworpen. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, maar de Hoge Raad vond geen noodzaak tot verdere motivering van het oordeel.

Uitspraak

11 december 2007
Strafkamer
nr. 02608/06
IB/SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 28 maart 2006, nummer 24/000613-05, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Slotsom
Nu het middel niet tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 11 december 2007.