ECLI:NL:HR:2007:BB3448
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Toepassing nultarief intracommunautaire leveringen en weigering heropening onderzoek
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die aan belanghebbende is opgelegd voor het tijdvak van 1 augustus 1999 tot en met 8 december 1999, ter hoogte van ƒ 222.478. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat het beroep gegrond verklaarde, de uitspraak van de Inspecteur vernietigde en de naheffingsaanslag verlaagde tot ƒ 27.847 (€ 12.636). De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij het beroepschrift eveneens aan het arrest is gehecht.
De Minister van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat de naheffingsaanslag onjuist was, met betrekking tot de correctie inzake het nultarief voor intracommunautaire leveringen. Het Hof stelde dat het nultarief alleen van toepassing is als er bewijs is van het vervoer van goederen naar een andere lidstaat en de belastingheffing daar. Belanghebbende heeft geen relevante boeken of bescheiden overgelegd, behalve een kopie van boekingen in het grootboek. Ook heeft belanghebbende geen facturen van L B.V. overgelegd, wat volgens het Hof essentieel was voor de beoordeling van het nultarief.
In cassatie is het middel dat zich richt tegen het oordeel van het Hof over de ontbrekende facturen verworpen, omdat het Hof terecht oordeelde dat deze facturen geen betekenis hebben voor de toepassing van het nultarief. De overige middelen in cassatie konden evenmin leiden tot cassatie, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.