ECLI:NL:HR:2007:BB3320

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R07/121HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis wegens alcoholverslaving

In deze zaak heeft de officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage op 28 februari 2007 een verzoek ingediend bij de rechtbank voor een voorlopige machtiging tot opname van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis, gebaseerd op een geneeskundige verklaring van psychiater [betrokkene 1]. De rechtbank heeft het verzoek op 27 maart 2007 behandeld, waarbij betrokkene, zijn advocaat, een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en familieleden van betrokkene zijn gehoord. De rechtbank heeft op dezelfde dag de voorlopige machtiging geweigerd, waarop de officier van justitie beroep in cassatie heeft ingesteld. Het cassatierekest is aan de beschikking van de rechtbank gehecht.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad is op 5 oktober 2007 openbaar uitgesproken, waarbij de vice-president J.B. Fleers als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven en F.B. Bakels.

De Hoge Raad heeft het beroep van de officier van justitie verworpen, waarmee de beslissing van de rechtbank in stand blijft. Deze uitspraak benadrukt het belang van de rechterlijke toetsing in zaken die betrekking hebben op de geestelijke gezondheid van individuen en de voorwaarden waaronder voorlopige machtigingen kunnen worden verleend.

Uitspraak

5 oktober 2007
Eerste Kamer
Rek.nr. R07/121HR
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT 'S-GRAVENHAGE,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. D. Stoutjesdijk,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. O.C. Bondam.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de officier van justitie en betrokkene.
1. Het geding in feitelijke instantie
De officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage heeft op 28 februari 2007, onder overlegging van een op 26 februari 2007 ondertekende geneeskundige verklaring van psychiater [betrokkene 1] als de niet bij de behandeling betrokken psychiater, een verzoek ingediend bij de rechtbank aldaar tot het verlenen van een voorlopige machtiging tot het doen opnemen en doen verblijven van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis.
De rechtbank heeft het verzoek ter terechtzitting van 27 maart 2007 mondeling behandeld en daarbij gehoord: van betrokkene en zijn advocaat, de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige [betrokkene 2], een zoon en drie dochters van betrokkene. Bij beschikking van diezelfde datum heeft de rechtbank de verzochte (voorlopige) machtiging geweigerd.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft de officier van justitie beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Betrokkene heeft een verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 5 oktober 2007.