ECLI:NL:HR:2007:BB2959
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen verstekvonnis inzake overtreding APV-HAAG82 76A
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een bij verstek gewezen vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage. De verdachte was op 29 juli 2004 veroordeeld tot een geldboete van vijftig euro, subsidiair een dag hechtenis, wegens overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Haag 82, artikel 76A. Na het instellen van verzet, werd de verdachte op 20 februari 2006 opnieuw veroordeeld tot dezelfde straf. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld tegen deze uitspraak, vertegenwoordigd door mr. E.J. Huisman, advocaat te 's-Gravenhage.
De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak beoordeeld en vastgesteld dat het verzet op grond van artikel 402, eerste lid, (oud) van het Wetboek van Strafvordering vervallen is verklaard. Het middel dat door de verdediging is voorgesteld, kan niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen rechtsvragen zijn die in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling beantwoord moeten worden.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, omdat er geen gronden aanwezig zijn om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen. Dit arrest is uitgesproken op 16 oktober 2007 door de vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren A.J.A. van Dorst en H.A.G. Splinter-van Kan, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.