ECLI:NL:HR:2007:BB1363
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting en proceskosten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting van € 221.202 aan belanghebbende, J B.V., werd vernietigd. De naheffingsaanslag was opgelegd tot behoud van rechten, voor het geval een andere naheffingsaanslag niet in stand zou blijven. Het Hof had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, maar de Staatssecretaris ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie van de Staatssecretaris gegrond verklaard, maar heeft de beslissing omtrent de proceskosten gereserveerd tot de einduitspraak. Dit is gedaan omdat het nog niet uitgesloten is dat het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag uiteindelijk gegrond zal worden bevonden. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing, met inachtneming van het arrest.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de samenhang tussen deze zaak en andere zaken met nummers 42485 en 42486, die betrekking hebben op andere belanghebbenden. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie voorlopig vastgesteld op een derde van € 644, afgerond € 215, voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 augustus 2007.