ECLI:NL:HR:2007:BA7670
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid cassatieberoep in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 september 2007 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het cassatieberoep van een verdachte in een strafzaak. De verdachte was eerder veroordeeld door het Gerechtshof te Amsterdam op 13 oktober 2005. Het beroep in cassatie werd ingesteld op 17 mei 2006. De raadsman van de verdachte had een faxbericht gestuurd naar het Hof, waarin hij meedeelde dat noch hijzelf noch de cliënt ter zitting aanwezig zou zijn. Dit faxbericht gaf aan dat de verdachte voorafgaand aan de zitting op de hoogte was van de datum en tijd van de terechtzitting. De Hoge Raad oordeelde dat, omdat de verdachte bekend was met de zitting, hij niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn cassatieberoep. De Advocaat-Generaal Machielse had eerder geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige kennisgeving en aanwezigheid bij zittingen in het strafrecht.