ECLI:NL:HR:2007:BA6579
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van beschikking inzake onttrekking aan het verkeer van runderen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 november 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Rechtbank te Zutphen, gedateerd 14 april 2006. De zaak betreft een beklag van een klager, geboren in 1950, die verzocht om teruggave van runderen die door de Rechtbank aan de staat waren onttrokken op basis van artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering. De Rechtbank had het beklag van de klager ongegrond verklaard, omdat de vordering tot onttrekking aan het verkeer was toegewezen. De Hoge Raad heeft de bestreden beschikking vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem, Economische Kamer, voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift. De Hoge Raad oordeelde dat de beschikking van de Rechtbank niet in stand kon blijven, aangezien deze in strijd was met de wet. De Advocaat-Generaal Knigge had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, maar de Hoge Raad heeft dit advies niet gevolgd. De uitspraak is gedaan door vice-president G.J.M. Corstens, bijgestaan door de raadsheren J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu en W.M.E. Thomassen, in aanwezigheid van griffier S.P. Bakker. De beschikking is niet ondertekend door mr. Corstens, die buiten staat was om te ondertekenen.