ECLI:NL:HR:2007:BA6555
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over douanerechten en domiciliëringsprocedure
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin de belanghebbende werd uitgenodigd tot betaling van douanerechten. De uitnodiging tot betaling, gedateerd op 6 april 2001, betrof een bedrag van ƒ 998.549,40. Het bezwaar van de belanghebbende tegen deze uitnodiging werd door de Inspecteur afgewezen, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot de cassatieprocedure.
De belanghebbende, die elektrische apparaten importeert, maakt gebruik van de domiciliëringsprocedure zoals beschreven in het Communautair douanewetboek (CDW). Deze procedure houdt in dat de aangifte voor het vrije verkeer van goederen geschiedt door inschrijving in de bedrijfsadministratie, wat dezelfde juridische waarde heeft als een schriftelijk ingediende aangifte. De belanghebbende diende maandelijks een opgave in bij de douane van alle goederen die onder deze procedure waren aangegeven.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de douaneaangiften van de belanghebbende niet volledig waren, met name omdat de Inspecteur gedurende lange tijd geen bezwaar heeft gemaakt tegen de tariefindeling van de babyfoons die door de belanghebbende werden geïmporteerd. De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt bepaald dat de Staat het griffierecht van € 414 aan de belanghebbende moet vergoeden.