ECLI:NL:HR:2007:BA6269
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Erfrechtelijke geschil tussen kinderen en levenspartner over legaat en natuurlijke verbintenis
In deze zaak gaat het om een erfrechtelijk geschil tussen de kinderen van de erflater, die tevens de enige erfgenamen zijn, en de levenspartner van de erflater. De centrale vraag is of het legaat aan de levenspartner, dat een zakelijk recht van gebruik en bewoning van het door haar bewoonde huis betreft, is gemaakt ter voldoening van een natuurlijke verbintenis, zoals bedoeld in artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De eiseres heeft op 25 april 2002 de verweerders gedagvaard voor de rechtbank Breda, waarbij zij vorderde dat de verweerders zouden worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 282.450,95, vermeerderd met rente en kosten. De verweerders hebben de vordering bestreden, waarna de rechtbank op 21 mei 2003 de vorderingen heeft afgewezen. Eiseres heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 31 mei 2005 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft eiseres cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 5.802,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Het arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 22 juni 2007.