ECLI:NL:HR:2007:BA3531

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R07/002HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsrecht en cassatieprocedure inzake faillietverklaring en opeisbaarheid vordering

In deze zaak heeft [verweerster] op 17 november 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Hertogenbosch met het verzoek om [verzoekster] in staat van faillissement te verklaren. [Verzoekster] heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 29 november 2006 vonnis gewezen en [verzoekster] in staat van faillissement verklaard, met benoeming van een rechter-commissaris en aanstelling van een curator. Hierop heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 22 december 2006 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft [verzoekster] cassatie ingesteld.

In de cassatieprocedure heeft [verweerster] een verweerschrift ingediend, waarin zij concludeert tot verwerping van het cassatieberoep. De zaak is door de advocaat van [verzoekster] toegelicht. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie behoeft dit geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 8 juni 2007 heeft de Hoge Raad het arrest gewezen, waarbij het beroep van [verzoekster] werd verworpen. Dit arrest is uitgesproken door vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven en F.B. Bakels.

Uitspraak

8 juni 2007
Eerste Kamer
Rek.nr. R07/002HR
RM/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. B.D.W. Martens,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 17 november 2006 ter griffie van de rechtbank te 's-Hertogenbosch ingediend verzoekschrift heeft [verweerster] zich gewend tot die rechtbank en verzocht [verzoekster] in staat van faillissement te verklaren.
[Verzoekster] heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 29 november 2006 [verzoekster] in staat van faillissement verklaard met benoeming van een rechter-commissaris en aanstelling van een curator.
Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 22 december 2006 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft bij verweerschrift tevens houdende schriftelijke toelichting geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [verzoekster] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 juni 2007.