ECLI:NL:HR:2007:BA3127
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Ontucht gepleegd door een ambtenaar met een aan zijn gezag onderworpen minderjarige in een gesloten instelling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 juni 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, een ambtenaar werkzaam als begeleider/coach bij de Rijksinrichting voor jongeren, de Lindenhorst, was beschuldigd van ontucht met een minderjarige pupil. De feiten betroffen seksuele handelingen die de verdachte met de minderjarige heeft gepleegd in de periode van 1 maart 2001 tot 1 september 2001. De verdachte heeft meermalen geslachtsgemeenschap gehad met de pupil en andere seksuele handelingen verricht. Het Hof had de verdachte veroordeeld tot vijf maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, maar de Hoge Raad vernietigde deze uitspraak voor wat betreft de beslissingen ter zake van het tweede feit en de strafoplegging, en wees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling.
De Hoge Raad oordeelde dat de seksuele handelingen als ontucht moesten worden aangemerkt, gezien de ongeoorloofde relatie tussen de verdachte en de minderjarige. De verdediging had betwist dat de handelingen als ontucht moesten worden gekwalificeerd, maar het Hof verwierp dit verweer. De Hoge Raad concludeerde dat de bewezenverklaring van de seksuele handelingen steunde op voldoende bewijs, waaronder verklaringen van de betrokkenen en proces-verbalen van de politie. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof om de zaak opnieuw te berechten met inachtneming van de vernietiging van de eerdere uitspraak.