ECLI:NL:HR:2007:BA2771
Hoge Raad
- Cassatie
- A-G Niessen
- Rechtspraak.nl
Waardepeildatum en fiscale faciliteiten bij windmolenpark
In deze zaak gaat het om de waardering van een windmolenpark, dat in 1995 is gerealiseerd met behulp van een overheidsinvestering. De eigenaar van het park is in geschil over de waardepeildatum en de vraag of bij de bepaling van de ongecorrigeerde vervangingswaarde rekening gehouden moet worden met verschillende fiscale faciliteiten die op dat moment van toepassing zijn. De relevante fiscale faciliteiten zijn onder andere een vergoeding voor producenten van windenergie, de VAMIL-regeling en de energie-investeringsaftrek.
De advocaat-generaal (A-G) Niessen concludeert dat bij de bepaling van de ongecorrigeerde vervangingswaarde in beginsel geen rekening gehouden hoeft te worden met subjectgebonden subsidies. Wel kunnen objectgebonden overheidssubsidies die betrekking hebben op investeringen in de vervangende zaak in aanmerking worden genomen, mits deze voor iedereen toegankelijk zijn. De A-G stelt echter vast dat de VAMIL-regeling en de energie-investeringsaftrek niet als objectgebonden subsidies kunnen worden aangemerkt.
Ten aanzien van de energie-investeringsaftrek wordt opgemerkt dat deze regeling alleen beschikbaar is voor belastingplichtigen die onderworpen zijn aan het winstregime van de inkomsten- of vennootschapsbelasting. Dit betekent dat niet iedereen die investeert in windturbines hier recht op heeft. De A-G wijst op de samenhang tussen de energie-investeringsaftrek en de Subsidieregeling energievoorzieningen, maar concludeert dat er aanzienlijke verschillen zijn in de voorwaarden en voordelen van deze faciliteiten.
De conclusie van A-G Niessen is dat het beroep in cassatie ongegrond moet worden verklaard, en de uitspraak wordt niet gepubliceerd. Deze zaak benadrukt de complexiteit van de waardering van onroerende zaken in relatie tot fiscale faciliteiten en subsidies.