ECLI:NL:HR:2007:BA1830
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over recht op vergoeding van kosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, die tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam in beroep is gekomen. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting en een boete wegens niet-tijdige aangifte voor het jaar 2001. De Inspecteur had de aanslag verminderd, maar de boete gehandhaafd. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de boete verminderd en de aanslag verder verlaagd. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het Hof terecht heeft overwogen dat belanghebbende alle proceshandelingen zelf heeft verricht. Dit betekent dat er geen rechtsbijstand is verleend, en derhalve ook geen recht op vergoeding van kosten uit hoofde van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De Hoge Raad heeft de klacht van belanghebbende dat hij geen gelegenheid heeft gekregen om bepaalde stukken toe te lichten, verworpen, omdat hiervoor geen steun te vinden was in de uitspraak van het Hof of het proces-verbaal van de zitting.
De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de voorzitter en twee raadsheren, en openbaar uitgesproken op 30 maart 2007.