ECLI:NL:HR:2007:BA1535

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/025HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de totstandkoming van een huurovereenkomst voor bedrijfshal/kantoorruimte

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Colorex B.V. en GBH Vastgoed B.V. over de totstandkoming van een huurovereenkomst voor een bedrijfshal/kantoorruimte. GBH heeft Colorex op 11 oktober 2001 gedagvaard voor de kantonrechter te 's-Hertogenbosch, waarbij zij vorderde dat Colorex zou worden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van ƒ 309.299,80, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. Colorex heeft de vordering bestreden, maar de kantonrechter heeft op 25 september 2002 de vordering afgewezen.

GBH heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft op 17 mei 2005 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en Colorex veroordeeld tot betaling van € 140.626,39, vermeerderd met wettelijke rente. Colorex heeft tegen dit arrest beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft op 13 april 2007 het beroep verworpen en Colorex veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 4.291,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

13 april 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/025HR
MK/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
COLOREX B.V.,
gevestigd te Helmond,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
GBH VASTGOED B.V.,
gevestigd te Helmond,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. J. Wuisman, thans mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie - verder te noemen: GBH - heeft bij exploot van 11 oktober 2001 eiseres tot cassatie - verder te noemen: Colorex - gedagvaard voor de kantonrechter te 's-Hertogenbosch en gevorderd, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Colorex te veroordelen om aan GBH te betalen een bedrag van ƒ 309.299,80 in hoofdsom ter zake van schadevergoeding vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente.
Colorex heeft de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 25 september 2002 de vordering afgewezen.
Tegen het vonnis van de kantonrechter heeft GBH hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 17 mei 2005 heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en, opnieuw rechtdoende, Colorex veroordeeld om aan GBH te betalen een bedrag van € 140.626,39, vermeerderd met de wettelijke rente en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Colorex beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
GBH heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Colorex in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van GBH begroot op € 4.291,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 13 april 2007.